Financiering en Algemene dekkingsmiddelen

Financiering en Algemene dekkingsmiddelen

De lasten en baten van het programma zijn hieronder weergegeven.

Toelichting

Budgetoverhevelingen

We stellen de volgende budgetoverhevelingen voor:

Algemene uitkering
Via het gemeentefonds worden door het rijk gelden beschikbaar gesteld voor nieuwe of gewijzigde taken. En in het geval van het vervallen van een gemeentelijke taak worden er gelden uit het fonds genomen. De bedragen die hiermee gemoeid zijn worden taakmutaties genoemd en worden veelal eerst gereserveerd op een afzonderlijke stelpost tot er een (bestedings)plan is gemaakt. In de stelpost zit voor 2022 (nog) een bedrag van 1.206.600 euro. Dit betreft vooral ontvangen gelden voor de invoeringskosten Omgevingswet (575.100 euro), Wet kwaliteitsborging bouw (122.600 euro) en een robuuster rechtsbeschermingssysteem (390.900 euro). Voorgesteld wordt een bedrag van 1.084.000 euro over te hevelen naar 2023.

Tussen programma's- budgettair neutraal

Organisatiekosten
Voor een toelichting verwijzen wij naar de toelichting in programma 1 onder "Organisatiekosten (salarissen)".

Mutaties reserves
We hebben minder onttrokken uit diverse reserves dan begroot. Dit komt omdat we minder hebben uitgegeven wat ten laste gaat van deze reserves. De lagere lasten leidt tot een voordeel. In verband met de boekhoudregels zijn deze verantwoord op de andere programma's. Het nadeel is verantwoord op programma 10. Per saldo zijn de boekingen budgetneutraal.

Taakmutaties decembercirculaire 2022
In decembercirculaire 2002 zijn diverse bedragen toegekend voor bijzondere bijstand, energietoeslag, continuïteit zorg en Oekraïne. Dit konden we niet meert in de begroting aanpassen. De lasten zijn daarom in  programma 7 gemaakt op deze onderdelen. De baten zijn opgenomen in dit programma. Per saldo is het budget neutraal.

Overig
 
Pacht, huur- en verkoopopbrengsten
Een groot deel van de positieve opbrengst vloeit voort uit verhuur van gemeentelijke panden van opvang van Oekraïense vluchtelingen, waarvoor vanuit het Rijk een vergoeding wordt ontvangen. Een deel van meer huuropbrengsten heeft een structureel karakter, waarvoor wij verwachten dat wij de begroting in 2023 meerjarig kunnen bijstellen.
Daarnaast is er een gemeentelijk object in Haaften en een gemeentelijk perceel verkocht. In zijn totaal geeft dit een positieve afwijking van 262.629 euro.

Accommodatiebeleid
De kosten voor het opstellen van het Integraal Accommodatieplan, Routekaart Verduurzaming Gemeentelijk Vastgoed en Huurprijsbeleid zijn hoger uitgevallen dan geraamd, door meerwerk voor energielabels en extra beeldvormende sessies. De taxatiekosten zijn lager uitgevallen dan geraamd, door aanbestedingsvoordeel. Per saldo resulteert dit in een incidenteel nadeel van 10.000 euro.

Deelnemingen
In 2022 ontvingen meer dividend op onze deelnemingen dan begroot. Dit resulteert in een incidenteel voordeel van 47.000 euro.

Uitvoeringskosten onroerende zakenbelasting (OZB)

De bijdrage aan BSR voor de uitvoering van de OZB en Wet WOZ valt voor 2022 74.000 euro hoger uit dan geraamd.  Dit wordt veroorzaakt door de vaststelling van de bestuursrapportage door het algemeen bestuur. Een voordeel van 15.000 euro is er bij de afrekening 2021. Deze is hogere uitgevallen dan de raming bij de tweede bestuursrapportage 2022.

Onroerende zaakbelasting opbrengsten

De werkelijke netto opbrengsten uit de OZB 2022 wijken ten opzichte van de begroting na wijziging voordelig af met een bedrag van 156.500 euro (1,1 procent). Voor de oudere belastingjaren is er sprake van een lagere opbrengst van 35.400 euro ten opzichte van de inschattingen van BSR bij de jaarrekening 2021. Per saldo zijn de in het dienstjaar 2022 verantwoorde opbrengsten 156.500 euro hoger dan geraamd. In deze cijfers is rekening gehouden met de door BSR geraamde oninbare en dubieuze posten.

Dotatie voorziening dubieuze vorderingen
De voorziening dubieuze debiteuren is geanalyseerd en gebleken is dat deze opgehoogd moet worden met een bedrag van 214.000 euro. In de begroting was hier geen rekening mee gehouden. Deze dotatie is exclusief de dubieuze debiteuren die voort kunnen komen vanuit de opgelegde aanslagen door de belastingsamenwerking rivierenland (BSR).  Deze zijn geraamd en verantwoord bij de betreffende belastingopbrengsten.

Algemene uitkering

In 2022 hebben we per saldo 1.204.794 euro meer aan algemene uitkering ontvangen dan geraamd. Het grootste gedeelte van dit voordeel komt door de taakmutaties die in de decembercirculaire 2022 bekend zijn gemaakt en waarvoor de begroting 2022 niet meer kon worden aangepast. Een bedrag van 147.610 euro wordt overgeheveld naar 2022 voor activiteiten en taken die nog moeten worden uitgevoerd, terwijl een bedrag van 976.014 euro vrijvalt ten gunste van de programma's 5 en 7. De grootste taakmutaties uit de circulaire betreft de compensatie voor het voorschot op de energietoeslag 2023 die al in 2022 verstrekt mag worden (683.300 euro) en 176.400 euro voor de kosten in het sociaal domein als gevolg van de opvang van Oekraïners.

Per saldo hebben we een voordeel van 81.170 euro op de post Algemene uitkering. De oorzaken hiervan zijn:

Vaststelling en actualisering WOZ-waarden (nadeel 47.100 euro)
In 2022 zijn door het CBS de definitieve WOZ-waarden voor 2020 vastgesteld. Dit heeft invloed op zowel de negatieve OZB-inkomstenmaatstaf en de positieve uitgavenmaatstaf OZB niet-woningen. Daarnaast worden er op basis van de laatste cijfers van BSR voor 2021 en 2022 hogere kortingen verwacht. Dit leidt tot een totaal nadeel van ruim 47.100 euro. Dit wordt vooral veroorzaakt door de in 2022 opgelegde OZB-aanslagen die tot een voordeel leiden bij de OZB-opbrengsten.

Taakmutaties decembercirculaire 2022 (voordeel 20.000 euro)
Gemeenten ontvangen van het rijk een (gedeeltelijke) compensatie van de minderopbrengsten aan belastingen en heffingen in 2021 als gevolg van Covid-19. In de decembercirculaire is de compensatie voor West Betuwe vastgesteld op 20.000 euro.

Overig (voordeel 108.300 euro)
Daarnaast hebben we door diverse verschillen een voordeel van 108.300 euro. Dit wordt vooral veroorzaakt door de actualisatie van de maatstaven over 2020 en 2021.

Actiever werven van subsidies
We zijn in 2022 door de inschakeling van een subsidiebureau gestart met het in kaart brengen van projecten die interessant zijn voor subsidieverstrekking. Dat was een ambitie vanuit het nieuwe collegeakkoord. De kosten zijn gemaakt voor de inzet van het subsidiebureau. We hebben vanuit deze aanpak in 2022 geen concrete subsidies toegekend gekregen. Daarmee zijn de begrote ontvangsten ook niet gerealiseerd. Dit resulteert in een nadeel van 51.000 euro. Omdat we in 2023 het subsidieproces binnen de organisatie verder inrichten, gaan we er van uit, dat er sprake is van een incidentele afwijking.

Doorschuif BTW
Gemeenschappelijke regelingen hebben een aantal mogelijkheden om de btw op hun kosten in rekening te brengen bij de (gemeentelijke) deelnemers. Dit kan bijvoorbeeld door bij de facturatie van de deelnemersbijdrage apart btw in rekening te brengen. Het is ook mogelijk dat de regeling de btw niet afzonderlijk in rekening brengt, maar na afloop van het jaar aangeeft welk btw-bedrag de gemeente bij het btw-compensatiefonds (bcf) kan compenseren. Het laatste is van toepassing voor de BSR en GGD. Ten opzichte van de raming kunnen we 24.400 euro meer compenseren bij het bcf. In plaats van op de verschillende taakvelden deze compensatie te verdelen, wordt deze op één centrale plaats verantwoord.

Vennootschapsbelasting
Het over 2022 verschuldigde bedrag aan vennootschapsbelasting bedraagt 921.367 euro. Op voorlopige aanslagen vennootschapsbelasting 2022 is een bedrag betaald van 860.340 euro. Voor het verschuldigd bedrag over 2022 is geen raming opgenomen.
Op basis van de ingediende aangifte vennootschapsbelasting over voorgaand jaar is gebleken dat de opgenomen last en verplichting ultimo 2021 voor een bedrag van 125.868 euro te laag is opgenomen in de jaarrekening. Dit verschil is aanvullend als last opgenomen in 2022 onder de vennootschapsbelasting. Daarmee komt de totaal opgenomen belastingdruk ultimo 2022 op een bedrag van 1.047.505 euro.