Paragrafen

Financiering

Onder renterisicobeheer wordt verstaan de onzekerheid over de hoogte van toekomstige rente uitgaven en –inkomsten. Voor de beheersing van de renterisico’s gelden een aantal concrete richtlijnen.

  1. Kasgeldlimiet

De kasgeldlimiet bepaalt het bedrag waarvoor de gemeente maximaal kortlopende leningen mag afsluiten, leningen korter dan één jaar. Het maximum wordt volgens de Wet fido berekend op basis van een vast percentage (8,5%) van het begrotingstotaal per 1 januari. Voor 2022 bedroeg de kasgeldlimiet € 11.330.000.

(bedragen x € 1.000)

Kasgeldlimiet voor het begrotingsjaar 2022

Kwartaal 1

Kwartaal 2

Kwartaal 3

Kwartaal 4

Totaal netto vlottende schuld

-15.138

-16.634

-25.153

-18.884

Toegestane kasgeldlimiet

11.333

11.333

11.333

11.333

Ruimte (+)/ Overschrijding (-)

26.471

27.967

36.486

30.217

Per kwartaal wordt gemeten of de gemeente binnen de kasgeldlimiet blijft. De gemeente blijft in alle kwartalen van 2022 ruimschoots onder het toegestane kasgeldlimiet en voldoet daarmee aan de gestelde voorwaarden.

  1. Renterisiconorm

Om het risico van renteaanpassing en herfinanciering bij langlopende leningen te beperken is de renterisiconorm geïntroduceerd. Deze norm houdt in, dat de jaarlijkse verplichte aflossingen en de renteherzieningen niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal per 1 januari.
Het doel van de renterisiconorm is om tot een zodanige opbouw van de leningenportefeuille te komen dat het renterisico in voldoende mate wordt beperkt. Indien een leningenportefeuille gelijkmatig is opgebouwd, zal ook het renterisico over de vaste schuld gelijkmatig in de tijd verspreid zijn.

(bedragen x € 1.000)

Renterisiconorm en renterisico vaste schulden

Jaarrekening 2022

Begrotingstotaal

133.333

Vastgesteld percentage

20%

Renterisiconorm

26.667

Maximaal risico op vaste schuld

5.679

Ruimte (+)/ Overschrijding (-)

20.988

De gemeente is ruim onder drempel van de renterisiconorm gebleven.
Er hebben geen renteherzieningen op de portefeuille met langlopende leningen plaatsgevonden.

  1. Koersrisico

Vanwege het verplichte schatkistbankieren zijn er geen koersrisico’s in het kader van het treasurybeleid. Aandelen van nutsbedrijven zijn uit hoofde van de publieke taak aangetrokken en worden niet als risicovolle beleggingen beschouwd. Het betreft de aandelen in de NV BNG Bank, Vitens, Stedin, Alliander en het Grootboek Nationale Schuld.
In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de instanties waarbij sprake is van een vorm van deelname in het kapitaal van de desbetreffende instelling.

Grootboek Nationale  schuld is in 2022 volledig door het Ministerie van Financiën afgelost, derhalve staat de boekwaarde per ultimo 2022 op 0. In  de tabel is de opbrengst opgenomen. Het bedrag is als volgt opgebouwd:

  • Rente: € 249,50
  • Afkoopwaarde: € 125.390,85
  • Aankoopwaarde: € 41.475,52
  • Boekwinst op verkoop: € 83.915,33
  • Netto opbrengst: € 84.164,38

(bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Rating

Boekwaarde per 31-12-2022

Netto opbrengst 2022

BNG Bank

AAA

137

60

Grootboek Nationale Schuld

AA+

0

84

Vitens

A+

5

0

Alliander N.V.

A+

2.662

172

Alliander N.V. converteerbare aandeelhouderslening

A+

1.023

22

Stedin Holding N.V.

A-

475

13

Totaal

4.302

351

Een rating is te beschouwen als een kwaliteitskeurmerk. Ratings worden uitgedrukt in een combinatie van letters en cijfers. Een Triple A-rating is de hoogst mogelijke rating. Hoe hoger de rating, hoe lager het kredietrisico voor een belegger en vice versa.

De deelnemingen zijn tegen verkrijgingsprijs verantwoord. Het tegen verkrijgingsprijs verantwoorden is in overeenstemming met het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Om qua treasury goed inzicht te geven in de waarde van de beleggingsportefeuille ligt het meer voor de hand om naast de boekwaarde ook de marktwaarde (=verkoopwaarde) te vermelden. Doordat het aandelen betreft van niet-beursgenoteerde ondernemingen die tevens beperkt verhandelbaar zijn, is dat niet mogelijk.

  1. Kredietrisico

Het uitzetten van middelen in het kader van treasury is alleen nog toegestaan binnen de kaders van de Regeling schatkistbankieren decentrale overheden. Hierdoor doen zich bij het uitzetten van middelen geen (nieuwe) kredietrisico’s voor. Bij het verstrekken van leningen, garanties of borgstellingen uit hoofde van de publieke taak worden, indien mogelijk, zekerheden of garanties geëist.
Bij kredietrisico’s kan een onderverdeling in de volgende categorieën worden gemaakt:

  1. Verstrekte geldleningen

In het verleden zijn leningen aan derden verstrekt. Het huidige beleid is om hier terughoudend mee om te gaan, vanwege het risico dat eraan verbonden is.

(bedragen x € 1.000)

Verstrekte geldleningen

Stand per 1-1-2022

Aflossing 2022

Verstrek-kingen 2022

Stand per 31-12-2022

Vitens NV

108

108

0

0

Startersleningen

2.009

177

338

2.170

Duurzaamheidslening

1.320

90

517

1.747

Verenigingen

299

24

0

275

Hypoth. lening personeel

544

3

0

541

Overige leningen

40

2

0

38

Totaal

4.320

404

855

4.771

De starters- en duurzaamheidsleningen worden door de SVn uitgevoerd. Gezien de huidige situatie met de fors gestegen inflatie en de economische gevolgen hiervan die op dit moment vooral jongeren (starters) treft, is het mogelijk dat vorderingen als oninbaar moeten worden verklaard en daarmee is het risico voor de gemeente groter geworden.
Het risico dat de aflossingstermijnen van de leningen aan de verenigingen niet worden voldaan is klein. Ook in de periode dat Covid-19 een grote rol speelde in het verenigingsleven, zijn alle leningen conform schema afgelost.
De gemeente heeft in het verleden aan (oud) medewerkers een hypothecaire geldlening verstrekt. In 2021 heeft een aantal van hen, vanwege de gunstige rentetarieven, de lening vervroegd afgelost. Van de overgebleven leningen wordt het risico op niet terugbetalen als uiterst klein ingeschat.

  1. Garantstelling

In het verleden zijn garanties verstrekt aan met name woningbouwcorporaties of maatschappelijke organisaties. Ook hier voert de gemeente een terughoudend beleid. In onderstaand tabel wordt een overzicht gegeven van de gegarandeerde geldleningen, waarbij een onderscheid is gemaakt tussen de garanties waarbij de gemeente als achtervang fungeert en de garanties waarbij de gemeente direct risicodrager is.

(bedragen x € 1.000)

Gegarandeerde geldleningen

Oorspronkelijk bedrag

% garantstelling

Stand per
 1-1-2022

Opname
2022

Aflossing 2022

Stand per
31-12-2022

Particuliere woningbouw

50-100%

61.883

0

10.258

51.625

Woningbouwcorporaties

101.955

50%

61.031

0

1.288

59.743

Gemeente als achtervang

122.914

11.546

111.368

Stichting Avondlicht

2.400

100%

240

0

234

6

Uitvoeringsorganisatie Breedbandnetwerk Rivierenland

37.500

23,8%

8.929

0

130

8.799

Sporthal De Wiel

2.684

100%

2.409

0

28

2.381

Leningen personeel

943

100%

449

0

5

444

VV Tricht

100

50%

50

0

4

46

TV Rhelico

100

50%

50

0

3

47

HCG

125

50%

62

0

35

27

Gemeente als directe risicodrager

12.189

0

490

11.699

Totaal gegarandeerde geldleningen

135.103

0

12.036

123.067

Met betrekking tot de particulieren woningbouw staat de gemeente voor 100% garant voor hypotheken die zijn afgesloten vóór 1995. In 1995 is gestart met de Nationale Hypotheek Garantie. Dit betekende voor de gemeente dat zij niet alleen garant stond voor de aangegane particuliere hypotheken, maar dat zij dit doet samen met de Rijksoverheid: ieder voor 50%. In 2011 heeft het Rijk deze garantstelling voor de NHG geheel voor haar rekening genomen. Door aflossingen wordt het bedrag waar de gemeente garant voor staat kleiner. Daar staat tegenover dat vanwege de huidige economische situatie het niet denkbeeldig is dat er een groter beroep op de garantstelling wordt gedaan.
Ook voor leningen van de woningbouwcorporaties staat de gemeente - samen met het Rijk - als achtervang garant. Ondanks enkele faillissementen en ander financiële malversaties bij de woningbouwcorporaties is het tot op heden niet voorgekomen dat een beroep moest worden gedaan op deze achtervang constructie, waardoor het toekomstige risico dat de gemeente haar achtervang rol moet uitoefenen als gering wordt ingeschat.
Op basis van eerdere jaarrekeningen is een inschatting gemaakt van de kans dat de gemeente garant moet staan voor Stichting Avondlicht en sporthal De Wiel. Met behulp van financiële kengetallen is een risicobeoordeling gemaakt. Voor Stichting Avondlicht is de verwachting dat er geen beroep op de garantstelling wordt gedaan. In 2022 is door aflossing van deze stichting het risico op deze lening(en) tot een minimum gedaald. Voor sporthal De Wiel geldt ook dat de het risico op een beroep op de garantstelling van de gemeente klein is.
Voor de invoering van de Wet fido (2001) was het voor ambtenaren mogelijk goedkoop te lenen, waarbij de gemeente garant stond. Sindsdien is het niet meer mogelijk voor ambtenaren om langs deze weg een hypotheek af te sluiten. De gemeente dient in het verleden afgesloten hypotheken te respecteren en als garantsteller voor deze hypotheken te fungeren tot het moment van algehele aflossing. Het risico dat de gemeente aan wordt gesproken op haar rol als garantsteller wordt op dit moment als uiterst klein geschat.

  1. Interne liquiditeitsbeheer

Interne liquiditeitsrisico’s worden beperkt door de financieringsactiviteiten te baseren op een liquiditeitsprognose. Om een goed inzicht te krijgen welke geldlening afgesloten moet worden en hoeveel moet worden geleend en met welke looptijd, moet de informatievoorziening verder worden verbeterd.

Deze pagina is gebouwd op 07/05/2023 09:12:56 met de export van 07/04/2023 14:51:20